Belastingvermindering voor investering in startende vennootschap verduidelijkt
De belastingvermindering van resp. 30% of 45% die een natuurlijke persoon privé kan genieten voor geldinbreng in een kleine of microvennootschap geldt onder de voorwaarde dat het om een startende vennootschap gaat.
-
Deadline voor uw “complexe” aangifte personenbelasting aanslagjaar 2025 is verlengd
De deadline voor wie zijn “complexe” aangifte personenbelasting over inkomstenjaar 2024/aanslagjaar 2025 online indient via Tax-On-Web is verlengd tot en met 31.10.2025. Initieel had u slechts tijd tot en met 16.10.2025.
-
Uitstel invoering btw-ketting
De invoering van de btw-ketting wordt uitgesteld tot een later te bepalen datum. Hierdoor blijft ook het huidige rekeningnummer voor btw-betalingen voorlopig behouden.
-
Mag u een afschrijvingstermijn zelf kiezen?
Wanneer u investeert in bedrijfsmiddelen met een beperkte levensduur, moet u deze afschrijven over hun verwachte gebruiksduur. Maar hoe bepaalt u die termijn?

De belastingvermindering van resp. 30% of 45% die een natuurlijke persoon privé kan genieten voor geldinbreng in een kleine of microvennootschap geldt onder de voorwaarde dat het om een startende vennootschap gaat. Concreet moet het gaan om een verwerving van aandelen bij de oprichting van een nieuwe vennootschap of om een kapitaalsverhoging binnen de 4 jaar na oprichting van de vennootschap. Hierbij wordt als vertrekpunt genomen het neerleggen van de oprichtingsakte ter griffie van de ondernemingsrechtbank.
Om misbruiken te vermijden heeft de fiscus in Circulaire 2020/C/75 een antimisbruikbepaling ingevoerd waarbij in sommige gevallen een vroeger vertrekpunt wordt genomen. Gaat het bv. om een voortzetting van een werkzaamheid die voorheen werd uitgeoefend door een natuurlijke persoon, dan telt het ogenblik van de eerste inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen door die natuurlijke persoon. Bij de voortzetting van een werkzaamheid die voorheen werd uitgeoefend door een andere rechtspersoon, dan telt het ogenblik van de neerlegging van de oprichtingsakte van die andere rechtspersoon ter griffie van de ondernemingsrechtbank. Als criteria wordt hierbij o.m. rekening gehouden met het feit dat de startende vennootschap haar activiteiten uitoefent op dezelfde locatie als de natuurlijke persoon of rechtspersoon die haar voorafgaat, of het feit dat zij dezelfde leveranciers hebben.