Belastingvermindering voor investering in startende vennootschap verduidelijkt
De belastingvermindering van resp. 30% of 45% die een natuurlijke persoon privé kan genieten voor geldinbreng in een kleine of microvennootschap geldt onder de voorwaarde dat het om een startende vennootschap gaat.
-
Eindejaarsdiner of receptie voor klanten
Met een klant uit eten gaan met nieuwjaar of liever een eindejaarsreceptie met catering organiseren? Voor de fiscus is dat niet hetzelfde: restaurantkosten en receptiekosten worden anders behandeld, zowel in de inkomstenbelastingen als in de btw.
-
Nog investeren op het einde van het jaar via uw vennootschap?
Valt uw winst voor 2025 hoger uit dan gepland? Dan lijkt het logisch om een geplande investering voor 2026 nog snel in 2025 te doen, maar dat is fiscaal niet altijd zo interessant.
-
Ook geen 10%-belastingverhoging meer op aanslagen van voor 29 juli 2025?
Zoals reeds eerder gecommuniceerd wordt een eerste fout te goeder trouw, voor aanslagen ingekohierd (officieel in het belastingregister opgenomen) vanaf 29 juli 2025, niet langer bestraft met een belastingverhoging van 10%.
De belastingvermindering van resp. 30% of 45% die een natuurlijke persoon privé kan genieten voor geldinbreng in een kleine of microvennootschap geldt onder de voorwaarde dat het om een startende vennootschap gaat. Concreet moet het gaan om een verwerving van aandelen bij de oprichting van een nieuwe vennootschap of om een kapitaalsverhoging binnen de 4 jaar na oprichting van de vennootschap. Hierbij wordt als vertrekpunt genomen het neerleggen van de oprichtingsakte ter griffie van de ondernemingsrechtbank.
Om misbruiken te vermijden heeft de fiscus in Circulaire 2020/C/75 een antimisbruikbepaling ingevoerd waarbij in sommige gevallen een vroeger vertrekpunt wordt genomen. Gaat het bv. om een voortzetting van een werkzaamheid die voorheen werd uitgeoefend door een natuurlijke persoon, dan telt het ogenblik van de eerste inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen door die natuurlijke persoon. Bij de voortzetting van een werkzaamheid die voorheen werd uitgeoefend door een andere rechtspersoon, dan telt het ogenblik van de neerlegging van de oprichtingsakte van die andere rechtspersoon ter griffie van de ondernemingsrechtbank. Als criteria wordt hierbij o.m. rekening gehouden met het feit dat de startende vennootschap haar activiteiten uitoefent op dezelfde locatie als de natuurlijke persoon of rechtspersoon die haar voorafgaat, of het feit dat zij dezelfde leveranciers hebben.