Forfaitaire beroepskosten bedrijfsleider voor inkomstenjaar 2022 geïndexeerd
Een bedrijfsleider heeft de keuze om enerzijds te werken met een beroepskostenforfait, of anderzijds de werkelijke beroepskosten in mindering te nemen mits die kosten kunnen aangetoond worden (art. 49 WIB 92).
- 
                                    
            RSZ - nominatieve staat
- 
                                    
            Vennootschapsbelasting - aangifte
- 
                                    
            Alleen nog digitale FOD Financiën-documenten voor bedrijven via e-Box EnterpriseVanaf 1 november 2025 ontvangen ondernemingen hun FOD Financiën-documenten enkel nog digitaal in hun e Box Enterprise. Deze beveiligde digitale brievenbus is speciaal bedoeld voor communicatie tussen uw onderneming en overheidsinstellingen. 
 
                        
                        Een bedrijfsleider heeft de keuze om enerzijds te werken met een beroepskostenforfait, of anderzijds de werkelijke beroepskosten in mindering te nemen mits die kosten kunnen aangetoond worden (art. 49 WIB 92). Indien achteraf blijkt dat de werkelijke kosten lager liggen dan het forfait, dan zal de fiscus alsnog het forfait toepassen. In een eenmanszaak kan zo’n forfait echter niet gebruikt worden.
Het beroepskostenforfait bedraagt 3% van het loon dat een bedrijfsleider uit zijn vennootschap haalt na aftrek van de sociale bijdragen en eventuele VAPZ-premies. Op het forfait staat een maximum dat jaarlijks wordt geïndexeerd. Het forfait is voor inkomstenjaar 2022/aanslagjaar 2023 begrensd tot nl. € 2.660 (inkomstenjaar 2021/aj. 2022: € 2.590).