Nieuwe rubriek voor effectentaks in aangifte personenbelasting
De effectentaks is een jaarlijkse taks die sinds 10 maart 2018 verschuldigd is door al wie voor gemiddeld meer dan € 500.000 op effectenrekeningen staan heeft.
-
Uw rc-schuld wegwerken zonder terugbetaling: loon, dividend of vermindering kapitaal/inbreng
U heeft een grote schuld in rekening-courant (rc). U zou die graag wegwerken zonder ze effectief terug te betalen, en dat het liefst tegen de laagste fiscale kostprijs. Welke mogelijkheden heeft u?
-
Fiscaal interessante eindejaarsgeschenken voor zakenpartners
Eindejaarsgeschenken aan klanten zijn slechts voor 50% aftrekbaar als beroepskost en de btw is enkel volledig recupereerbaar als u binnen de juiste grenzen blijft.
-
Verhuren van een vakantiewoning: privé of beroepsactiviteit?
De verhuur van een vakantiewoning wordt meestal niet als een beroepsactiviteit beschouwd, tenzij u extra diensten zou aanbieden.
De effectentaks is een jaarlijkse taks die sinds 10 maart 2018 verschuldigd is door al wie voor gemiddeld meer dan € 500.000 op effectenrekeningen staan heeft. De taks bedraagt 0,15% van het totale bedrag, dus niet enkel van het deel boven de € 500.000. Het grensbedrag geldt per belastingplichtige. Hebben echtgenoten een gemeenschappelijke effectenrekening, dan worden zij elk geacht titularis te zijn van de helft van het bedrag op die rekening. Is er één effectenrekening bij een bank en ligt het gemiddelde daarvan hoger dan € 500.000, dan zal de bank de effectaks onmiddellijk inhouden. In de aangifte personenbelasting moet er dan niets meer gebeuren.
Zijn er meerdere effectenrekeningen, dan kunnen banken van elkaar niet weten wanneer het gemiddelde juist overschreden zal worden. In dit verband werd een nieuwe rubriek ingevoerd in de aangifte over aanslagjaar 2019, nl. de rubriek XIV, E. Die rubriek bestaat slechts uit de vraag nl. of u van 10 maart 2018 tot 31 december 2018 titularis geweest bent van meer dan één effectenrekening. Enkel in dat geval moet u de code 1072-92 of uw partner de code 2072-62 aanvinken, ongeacht of het gemiddelde hoger of lager ligt dan € 500.000. Het concrete bedrag van de meerdere effectenrekeningen moet ook niet vermeld worden.