Ten onrechte betaalde bedrijfsvoorheffing of roerende voorheffing: in principe 5 jaar tijd voor bezwaar
Ten onrechte betaalde personenbelasting of vennootschapsbelasting kunt u terugvorderen door een bezwaarschrift in te dienen.
-
De risico’s van een vage aankoopfactuur
Krijgt u als ondernemer een factuur waarop enkel een algemene omschrijving staat, zoals "Voor geleverde diensten"? Wees dan op uw hoede: een vage aankoopfactuur kan problemen opleveren bij de btw en de belastingen.
-
Arbeidsongeschiktheid als zelfstandige: zo wordt uw uitkering belast
Wordt u als zelfstandige ziek of arbeidsongeschikt voor meer dan zeven dagen, dan kunt u via uw ziekenfonds een uitkering krijgen. Er zijn wel een aantal voorwaarden zoals dat uw sociale bijdragen betaald zijn, u tijdig een attest indient bij uw mutualiteit en u persoonlijk uw werk volledig hebt stopgezet (anderen mogen uw zaak wel openhouden).
-
Deadline voor uw “complexe” aangifte personenbelasting aanslagjaar 2025 is verlengd
De deadline voor wie zijn “complexe” aangifte personenbelasting over inkomstenjaar 2024/aanslagjaar 2025 online indient via Tax-On-Web is verlengd tot en met 31.10.2025. Initieel had u slechts tijd tot en met 16.10.2025.

De normale bezwaartermijn bedraagt één jaar (art. 371 WIB 92). Voor ingekohierde belastingen start die termijn op de derde werkdag na de verzending van het aanslagbiljet, voor bedrijfsvoorheffing (bv) of roerende voorheffing (rv), waarvoor u geen aanslagbiljet ontvangt, is dat op de derde werkdag na de datum van kennisgeving van de inning van de belasting.
Voor de bv of rv is niet de bezwaartermijn van één jaar toepasselijk, maar geldt een bijzondere termijn. De vordering tot terugbetaling van de ten onrechte gestorte voorheffingen verjaart dan pas na vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de voorheffingen werden gestort (art. 368 WIB 92).
Stel op de jaarvergadering van uw vennootschap over het boekjaar 2020 heeft u zich als aandeelhouder in het voorjaar van 2021 een dividend laten toekennen waarop uw vennootschap 30% rv heeft ingehouden. U heeft dit dividend niet aangegeven in uw aangifte personenbelasting, omdat de rv zgn. bevrijdend is (art. 313, lid 1 WIB 92). Achteraf stelt u echter vast dat het tarief geen 30% moest zijn, maar 15%, omdat u recht had op de VVPR-bis (art. 269, §2 WIB 92). Voor de terugvordering van de te veel betaalde rv heeft u of uw vennootschap tijd tot 31 december 2025. Dat is vijf jaar vanaf 1 januari 2021.
De verjaringstermijn bedraagt maar drie i.p.v. vijf jaar voor een vordering tot teruggave van bv op basis van een vrijstelling van doorstorting (art. 368/1, lid 1 WIB 92), voor bv. overwerk, onderzoekers, ploegenarbeid, bepaalde sectoren, enz.