Voor 2025 forfaitaire terugbetaling vennootschap voor laadkosten thuisladen elektrische auto
Rijdt u met een plug-inhybride of elektrische auto van uw vennootschap en ‘tankt’ u de elektriciteit thuis, dan kunt u daarvoor een vergoeding vragen aan uw vennootschap.
-
Belastingaangifte niet-inwoners (BNI) 2025 via Tax-on-web beschikbaar
De aangifte voor niet-inwoners (BNI) voor inkomstenjaar 2024 is vanaf 4 september 2025 beschikbaar op Tax-on-web. Ook wie tijdelijk in België verbleef, moet deze aangifte indienen.
-
Twee auto’s voor één bedrijfsleider: mag dat in uw vennootschap?
Een vennootschap mag in principe de kosten van meerdere wagens aftrekken, maar het beroepsmatig gebruik moet voor elke auto apart bewezen worden. De bewijslast hiervoor ligt bij de vennootschap.
-
De risico’s van een vage aankoopfactuur
Krijgt u als ondernemer een factuur waarop enkel een algemene omschrijving staat, zoals "Voor geleverde diensten"? Wees dan op uw hoede: een vage aankoopfactuur kan problemen opleveren bij de btw en de belastingen.

De hoeveelheid elektriciteit die wordt verbruikt voor het laden van de auto kunt u vastleggen met een zgn. slimme laadpaal (circ. 2024/C/77, nr. 19) of op een andere manier die verifieerbaar is, bv. via een tussenteller (circ. 2024/C/77, nr. 20).
De terugbetaling moet gebeuren op basis van uw werkelijke elektriciteitskosten. Administratief gezien is dat niet zo eenvoudig omdat heel wat parameters van belang zijn voor de prijs. Daarom aanvaardt de fiscus nu, voorlopig wel enkel voor 2025, dat er een vast bedrag per kWh wordt gebruikt, op voorwaarde dat dit niet hoger is dan een bepaald CREG-tarief. Dit tarief wordt één keer per kwartaal bepaald per gewest. Welk gewest dat is, is afhankelijk van uw woonplaats.
Voor het eerste kwartaal van 2025 gelden de volgende maxima, nl. € 0,2822/kWh (Vlaanderen), € 0,3294/kWh (Brussel) en € 0,3256/kWh (Wallonië) (circ. 2024/C/77, nr. 31) Voor de volgende kwartalen zal de fiscus het tarief telkens publiceren.
De fiscus zal terugbetalingen van elektriciteitskosten die betrekking hebben op de periode vóór 1 januari 2025 en die te goeder trouw zijn uitgevoerd op basis van de CREG-prijzen ‘met een zekere soepelheid’ beoordelen (circ. 2024/C/77, nr. 41).