Voordeel alle aard gemeubelde woning: wat valt daaronder?
Indien een vennootschap een gemeubelde woning gratis ter beschikking stelt aan haar bedrijfsleider, wordt die daarop privé belast via een zgn. voordeel alle aard.
-
Geld uit uw vennootschap halen via de toekenning van dividenden
Onder een dividend verstaan we de vergoeding die u als aandeelhouder krijgt op de zgn. inbrengen van geld of goederen.
-
Verkoop van aandelen: wat als de betaling uitblijft en uw vordering dreigt te verjaren?
U heeft een bedrijf en verkocht een groot pakket aandelen aan uw zoon. Nu, jaren later, ontstaat er wrevel omdat de betaling achter blijft. U vraagt zich af of uw vordering kan verjaren en wat u kan doen.
-
Eindejaarsdiner of receptie voor klanten
Met een klant uit eten gaan met nieuwjaar of liever een eindejaarsreceptie met catering organiseren? Voor de fiscus is dat niet hetzelfde: restaurantkosten en receptiekosten worden anders behandeld, zowel in de inkomstenbelastingen als in de btw.
Dat voordeel wordt forfaitair berekend volgens een bepaalde formule, nl. geïndexeerde ki × 100/60 × 2 x 5/3 (art. 18, §3, 2, vierde lid KB/WIB92).
In een zaak die voor het Hof van Beroep te Antwerpen kwam had een vennootschap een aantal private uitgaven ten laste genomen zoals een inbouwvaatwasser, tafel en stoelen, outdoor stoelen, ergonomische stoel, etc. Volgens de fiscus hadden die uitgaven geen beroepsmatig karakter en werden ze in hoofde van de bedrijfsleider belast als een voordeel alle aard voor hun werkelijke waarde.
De belastingplichtige in kwestie was echter van oordeel dat die zaken deel uitmaakten van het voordeel alle aard ‘kosteloze ter beschikkingstelling gemeubelde woning’ en de bedrijfsleider er dus niet nog eens op kon belast worden via een afzonderlijk belastbaar voordeel.
Het Hof geeft de belastingplichtige slechts deels gelijk. De inbouwvaatwasser en de tafels en stoelen worden geacht inbegrepen te zijn in de belastbaar voordeel ‘kosteloze ter beschikking gemeubelde woning’ omdat die essentieel voor het comfort van de betrokken woning. De outdoorstoelen en de ergonomische stoel vallen daar echter niet onder, aldus de beroepsrechter. Die dienen belast te worden bij de bedrijfsleider op basis van de werkelijke waarde. Volgens de rechter in casu dient daarbij uitgegaan te worden van de aankoopprijs (Antwerpen 16.01.2024).