Btw-herzieningstermijn bij renovatie?

Roerende en onroerende bedrijfsmiddelen zijn onderworpen aan een herzieningstermijn voor de btw van resp. 5 en 15 jaar. Wordt m.a.w. een bedrijfsmiddel binnen die herzieningstermijn niet langer gebruikt voor btw-doeleinden, dan moet er btw teruggestort worden. Het omgekeerde kan zich ook voordoen (btw terug krijgen) zo bv. wordt overgeschakeld van de kleine ondernemingsregeling inzake btw (waarin geen btw kan gerecupereerd worden) naar een kwartaalregeling.

De herzieningstermijn voor omvormings- en verbeteringswerken aan een onroerend bedrijfsmiddel, zoals een gebouw bedraagt 5 jaar, terwijl die dus voor een gebouw 15 jaar bedragen. De vraag is dan wanneer er sprake is van een gebouw om de herzieningstermijn te kunnen bepalen. Onlangs verwees de Btw-Administratie daarvoor naar de oppervlaktecriteria die spelen om het btw-tarief te kunnen bepalen voor verbouwing (er komt geen nieuw gebouw tot stand) of voor nieuwbouw (er komt wel een nieuw gebouw tot stand), of m.a.w. is het aangebouwde gedeelte resp. kleiner (verbouwing aan 6% btw) of groter dan het oude gedeelte (vernieuwbouw waarvoor geen 6% btw mogelijk is).

De beroepsrechter te Gent floot op 2 april 2019 de Btw-Administratie echter terug vermits de oppervlaktecriteria ter zake niet kunnen toegepast worden. Of er dus een nieuw gebouw tot stand komt hangt af van de concrete omstandigheden, nl. ontstaat er al dan niet een constructie die vast met de grond verbonden is.