Mag u een afschrijvingstermijn zelf kiezen?
Wanneer u investeert in bedrijfsmiddelen met een beperkte levensduur, moet u deze afschrijven over hun verwachte gebruiksduur. Maar hoe bepaalt u die termijn?
-
Geregistreerd kassasysteem (GKS) 2.0: nieuwe tolerantie tot en met 31 maart 2026
Voor (nieuwe) horecazaken die een GKS moeten gebruiken maar nog geen GKS hebben, wordt de verplichte installatie van het nieuwe geregistreerd kassasysteem: GKS 2.0 (de ‘witte kassa’) opnieuw uitgesteld. Deze verplichting werd eerder al uitgesteld tot 1 januari 2026, maar de tolerantie loopt nu door tot en met 31 maart 2026.
-
Bijdrage laattijdige neerlegging jaarrekening wordt geïndexeerd vanaf 01.01.2026
De jaarrekening van een vennootschap moet in principe neergelegd zijn bij de Nationale Bank van België binnen de 30 dagen na goedkeuring van de algemene vergadering en ten laatste zeven maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar.
-
Tarieven terugbetaalde thuis getankte elektriciteit voor 1ste kwartaal 2026 gekend
Als u een vergoeding krijgt van uw vennootschap/werkgever voor het thuis opladen van de elektrische bedrijfswagen, dan wordt u privé in principe belast op een zgn. voordeel alle aard.
De wet legt enkel voor immateriële vaste activa (zoals cliënteel) een minimale termijn op: vijf jaar, of drie jaar bij investeringen in onderzoek en ontwikkeling (art. 63 WIB92).
Voor andere activa zijn er geen wettelijke termijnen, maar de fiscus hanteert wel richtlijnen voor bepaalde categorieën van investeringen (Comm. IB 92, nr. 61/104-135), bv. 20 jaar voor industriële gebouwen, 33 jaar voor handels- en kantoorgebouwen, 5 jaar voor rollend materieel en 10 jaar voor meubilair. U bent daar niet strikt aan gebonden, maar als u sneller afschrijft dan wat de fiscus redelijk vindt, moet u dit goed kunnen motiveren, bv. omdat het goed tweedehands is, intensief gebruikt wordt…
Schrijft u volgens de fiscus te snel af, dan zal hij voor de betreffende boekjaren het verschil tussen de geboekte afschrijving en de afschrijving die hij aanvaardt, belasten (en dus finaal een deel van de afschrijvingen één of meerdere boekjaren naar achter schuiven), tenzij u overtuigend kan aantonen dat een kortere termijn gerechtvaardigd is.