Prijsvoordeel aankoop onroerend goed niet belastbaar als divers inkomen
Een particulier die een onroerend goed aankoopt tegen een prijs die (veel) lager ligt dan de eigenlijke marktwaarde, riskeert de fiscus tegen de borst te stoten.
-
Belastingaangifte niet-inwoners (BNI) 2025 via Tax-on-web beschikbaar
De aangifte voor niet-inwoners (BNI) voor inkomstenjaar 2024 is vanaf 4 september 2025 beschikbaar op Tax-on-web. Ook wie tijdelijk in België verbleef, moet deze aangifte indienen.
-
Twee auto’s voor één bedrijfsleider: mag dat in uw vennootschap?
Een vennootschap mag in principe de kosten van meerdere wagens aftrekken, maar het beroepsmatig gebruik moet voor elke auto apart bewezen worden. De bewijslast hiervoor ligt bij de vennootschap.
-
De risico’s van een vage aankoopfactuur
Krijgt u als ondernemer een factuur waarop enkel een algemene omschrijving staat, zoals "Voor geleverde diensten"? Wees dan op uw hoede: een vage aankoopfactuur kan problemen opleveren bij de btw en de belastingen.

Een particulier die een onroerend goed aankoopt tegen een prijs die (veel) lager ligt dan de eigenlijke marktwaarde, riskeert de fiscus tegen de borst te stoten. In een zaak die op 14 september 2020 voor de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel kwam, wou de fiscus dit bij de koper in de personenbelasting belasten als een zgn. divers inkomen aan 33% omdat in zijn ogen ging om een abnormaal verrichting van beheer op basis van art. 90, 1° WIB92.
De rechter is heel duidelijk. Een belasting als divers inkomen op basis van art. 90, 1° WIB92 vereist winst of baten uit toevallige of occasionele prestaties, verrichtingen of speculaties. Dit kan enkel als deze gerealiseerd zijn buiten de uitoefening van een beroepswerkzaamheid en zich afspelen buiten het normaal beheer van een privévermogen. Echter, hypothetische of toekomstige winst of baten worden niet bedoeld door art. 90,1° WIB’92. Het louter hebben van een prijsvoordeel bij een aankoop, zelfs al is er sprake van een abnormale verrichting, is bijgevolg onvoldoende, aldus de rechter in eerste aanleg.