Vanaf 1 juli 2019 geen carensdag meer voor zelfstandigen
Momenteel moeten zelfstandigen die werkonbekwaam worden door ziekte of ongeval een zgn. carens- of wachtperiode ondergaan van 14 kalenderdagen.
-
Eindejaarsdiner of receptie voor klanten
Met een klant uit eten gaan met nieuwjaar of liever een eindejaarsreceptie met catering organiseren? Voor de fiscus is dat niet hetzelfde: restaurantkosten en receptiekosten worden anders behandeld, zowel in de inkomstenbelastingen als in de btw.
-
Nog investeren op het einde van het jaar via uw vennootschap?
Valt uw winst voor 2025 hoger uit dan gepland? Dan lijkt het logisch om een geplande investering voor 2026 nog snel in 2025 te doen, maar dat is fiscaal niet altijd zo interessant.
-
Ook geen 10%-belastingverhoging meer op aanslagen van voor 29 juli 2025?
Zoals reeds eerder gecommuniceerd wordt een eerste fout te goeder trouw, voor aanslagen ingekohierd (officieel in het belastingregister opgenomen) vanaf 29 juli 2025, niet langer bestraft met een belastingverhoging van 10%.
Momenteel moeten zelfstandigen die werkonbekwaam worden door ziekte of ongeval een zgn. carens- of wachtperiode ondergaan van 14 kalenderdagen. Zij krijgen m.a.w. pas een uitkering van hun ziekenfonds wanneer zij minstens 14 dagen buiten strijd zijn door ziekte of arbeidsongeval. Vanaf 1 juli 2019 zal die wachtperiode van 14 dagen in principe afgeschaft worden. Concreet komt het erop neer dat de zelfstandige dan vanaf de eerste dag van werkonbekwaamheid een vervangingsinkomen krijgt toegewezen. Het is wel vereist dat de werkonbekwaamheid minstens 8 opeenvolgende dagen duurt. Een zelfstandige die m.a.w. 7 dagen ziek is, heeft dan alsnog geen recht op de uitkering. Indien de zelfstandige echter één dag langer – dus in totaal 8 dagen - ziek is, heeft hij daar dus wel recht op. Daarenboven moet de zelfstandige het getuigschrift van de behandelende arts binnen de 7 dagen na de start van de werkonbekwaamheid laten toekomen bij zijn ziekenfonds.