Vennootschapsbijdrage 2025 uiterlijk 31.12.2025 betalen
De vennootschapsbijdrage is de jaarlijkse bijdrage die uw vennootschap moet betalen aan het sociaal verzekeringsfonds. Deze is fiscaal aftrekbaar als beroepskost.
-
Tarieven terugbetaalde thuis getankte elektriciteit voor 1ste kwartaal 2026 gekend
Als u een vergoeding krijgt van uw vennootschap/werkgever voor het thuis opladen van de elektrische bedrijfswagen, dan wordt u privé in principe belast op een zgn. voordeel alle aard.
-
Deadlines in de vennootschapsbelasting bij een gebroken boekjaar
Eindigt uw boekjaar niet op 31 december, dan heeft u een gebroken boekjaar. Voor een gebroken boekjaar is het aanslagjaar het kalenderjaar waarin het boekjaar afsluit; eindigt uw boekjaar op 30 september 2025, dan is het aanslagjaar 2025.
-
Verplichte e-facturering: tolerantieperiode gedurende eerste drie maanden van 2026
Vanaf 1 januari 2026 moeten Belgische btw-plichtige ondernemingen elkaar (b2b) e-facturen sturen via het Peppol-netwerk. De fiscus kondigde op 2 december 2025 aan dat er in de eerste drie maanden van 2026 een tolerantie geldt voor inbreuken op de nieuwe e-factureringsplicht.
Normaal gezien bezorgt uw Sociale Kas u eind november, begin december een uitnodiging tot betaling. De bijdrage voor 2025 bedraagt € 399,73 (2024: € 387,34) als het balanstotaal van het boekjaar 2023 niet hoger lag dan € 858.605,72. Ligt het balanstotaal hoger dan € 858.605,72, dan bedraagt de bijdrage € 998,47 (2024: € 967,52).
Sinds 2023 moet uw vennootschap de vennootschapsbijdrage uiterlijk 31 december (i.p.v. 30 juni) betalen. Betaalt uw vennootschap deze bijdrage niet (tijdig), dan riskeert ze een boete van 1% van de bijdrage per maand vertraging.
Onder bepaalde voorwaarden geldt er wel een tijdelijke vrijstelling. Een startende vennootschap kan immers in de eerste drie jaren van haar bestaan een vrijstelling vragen. Voorwaarde is wel dat ze: (1) ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen; (2) niet de vorm van een NV heeft en (3) de bedrijfsleiders in de loop van de 10 jaar voor de oprichting niet meer dan 3 jaar aan het sociaal statuut van zelfstandigen onderworpen zijn geweest. De vrijstelling dient uitdrukkelijk aangevraagd te worden via een modelformulier dat verkrijgbaar is bij de sociale kas.