Wetgever past aanslag geheime commissielonen aan
Volgens de wet kon de fiscus lonen en voordelen die niet op een fiche 281 vermeld worden onderwerpen aan de aanslag geheime commissielonen (AGC), tenzij de verkrijger ondubbelzinnig geïdentificeerd werd binnen twee jaar en zes maanden, te rekenen vanaf 1 januari van het betreffende aanslagjaar.
-
Eindejaarsdiner of receptie voor klanten
Met een klant uit eten gaan met nieuwjaar of liever een eindejaarsreceptie met catering organiseren? Voor de fiscus is dat niet hetzelfde: restaurantkosten en receptiekosten worden anders behandeld, zowel in de inkomstenbelastingen als in de btw.
-
Nog investeren op het einde van het jaar via uw vennootschap?
Valt uw winst voor 2025 hoger uit dan gepland? Dan lijkt het logisch om een geplande investering voor 2026 nog snel in 2025 te doen, maar dat is fiscaal niet altijd zo interessant.
-
Ook geen 10%-belastingverhoging meer op aanslagen van voor 29 juli 2025?
Zoals reeds eerder gecommuniceerd wordt een eerste fout te goeder trouw, voor aanslagen ingekohierd (officieel in het belastingregister opgenomen) vanaf 29 juli 2025, niet langer bestraft met een belastingverhoging van 10%.
Volgens de wet kon de fiscus lonen en voordelen die niet op een fiche 281 vermeld worden onderwerpen aan de aanslag geheime commissielonen (AGC), tenzij de verkrijger ondubbelzinnig geïdentificeerd werd binnen twee jaar en zes maanden, te rekenen vanaf 1 januari van het betreffende aanslagjaar. Het was dus eigenlijk mogelijk dat een vennootschap de AGC verschuldigd was, omdat de genieter niet tijdig geïdentificeerd was, ook al werd de genieter uiteindelijk wel belast op de genoten voordelen.
Het Grondwettelijk Hof was het daar echter niet mee eens. Volgens het Hof is immers niet de identificatietermijn op zich van belang. Wat van belang is de mogelijkheid voor de fiscus om dankzij die identificatie de niet-aangegeven inkomsten nog bij de verkrijger te kunnen belasten. Als dat nog kan, mag de fiscus de AGC niet toepassen, ook al is de identificatietermijn van 2 jaar en 6 maanden al verstreken (GwH, 26.09.2019). De wetgever heeft zich geschikt naar dit arrest, op voorwaarde dat de genieter een binnenlandse verkrijger is en akkoord is gegaan met de belasting (Wet van 27.06.2021 houdende diverse fiscale bepalingen, BS 30.06.2021).