Boekjaar korter of langer dan 12 maanden: wat met het voordeel alle aard op een gratis lening?
Leent u als bedrijfsleider geld van uw vennootschap zonder daarvoor interest te betalen? Dan wordt u privé belast op een voordeel alle aard, ongeacht de lengte van het boekjaar van uw vennootschap.
-
Fiscus kan aftrek van oude verliezen weigeren, ook zonder eerdere opmerkingen
Ook als de fiscus bij de aangifte en boekhouding van een bepaald jaar geen opmerking heeft gemaakt, kan hij later toch beslissen om de aftrek van een overgedragen verlies te weigeren. Het is dus niet omdat het verlies in het verleden niet werd betwist, dat u automatisch zeker bent van aftrek.
-
Cashbetalingen in uw zaak? Zo voorkomt u problemen met de fiscus
Uitgaven cash betalen mag als ondernemer, maar u moet wel aan enkele belangrijke regels voldoen. Zonder het juiste bewijs en een correct kasboek riskeert u dat de fiscus uw kosten niet aanvaardt.
-
Btw en doorfacturatie van restaurantkosten: de drie scenario’s uitgelegd
U maakt restaurantkosten die u wil doorfactureren aan een opdrachtgever. Hoe moet u dat doen en tegen welk tarief? Kunt u of kan uw klant de btw recupereren? Er zijn verschillende scenario’s mogelijk. Het btw-tarief op maaltijden in een restaurant is 12%, op dranken is het 21%. De btw is in principe niet recupereerbaar voor wie niet zelf restaurantdiensten levert. Er zijn drie scenario’s inzake doorfacturatie mogelijk, die we hieronder apart beschrijven

Dergelijke lening zonder interest houdt een persoonlijk voordeel in ten opzichte van een gewone banklening. Dit voordeel, het zgn. “voordeel alle aard” (VAA), wordt beschouwd als een extra inkomen waar u privé op belast wordt.
De berekening van dit VAA, m.a.w. het concreet bedrag aan fictieve interesten, gebeurt jaarlijks aan de hand van een interestvoet die door de overheid wordt vastgelegd en gepubliceerd. Het bedrag aan voordeel dat u zo geniet, wordt toegevoegd aan uw belastbaar inkomen en wordt belast volgens de progressieve tarieven van de personenbelasting.
De lengte van het boekjaar van uw vennootschap – of dat nu korter of langer is dan 12 maanden – speelt hierbij geen enkele rol. De fiscus kijkt immers altijd naar het kalenderjaar, niet naar het boekjaar van de vennootschap. U berekent het VAA dus telkens voor de periode van 1 januari tot 31 december, ongeacht de duurtijd van het boekjaar van uw onderneming.