Hoeveel mag uw kind bijverdienen als jobstudent in 2024?
Om fiscaal ten laste te zijn, mag uw kind in 2024 niet meer dan € 7.290 aan zgn. nettobestaansmiddelen ontvangen.
-
Retro-actieve versoepeling voorwaarden buitenlandse dagvergoeding
In een recente circulaire over de buitenlandse dagvergoeding (Circ. 2025/C/70, 27.10.2025) zijn de regels rond de duur van de dienstreis en de behandeling van de vertrek- en terugkomdagen aangepast. Deze aanpassingen gelden retro-actief vanaf 1 januari 2025.
-
Nog een niet-elektrische auto aankopen met uw vennootschap in 2025?
Overweegt u om met uw vennootschap een niet volledig elektrische wagen aan te schaffen en de kosten fiscaal af te trekken in de vennootschapsbelasting? Dan moet u snel zijn: alleen voor auto’s waarvan de bestelbon voor 1 januari 2026 ondertekend wordt, blijven de kosten aftrekbaar.
-
Niet-elektronische factuur ontvangen in 2026: wat met de btw-aftrek en kostenaftrek?
Vanaf 2026 moeten Belgische btw-plichtigen onderling verplicht elektronische facturen uitwisselen via het Peppol-netwerk. Krijgt u van uw leverancier toch een papieren factuur of een pdf-factuur, dan kan dat problemen geven voor de btw-aftrek.
Die maximumgrens dekt alle inkomsten van uw kind, dus beroepsinkomsten, roerende en onroerende inkomsten én onderhoudsuitkeringen.
Sommige inkomsten zijn echter vrijgesteld. Zo tellen vooreerst bij de vaststelling van de nettobestaansmiddelen de inkomsten uit een studentenjob tot € 3.310 niet mee. De inkomsten uit studentenarbeid boven de € 3.310 komen voor 80% in aanmerking (20%, met een minimum van € 550, zijn forfaitaire kosten). Ook onderhoudsuitkeringen tot € 3.980 tellen niet mee als nettobestaansmiddelen van uw kind. Het gedeelte boven die grens telt voor 80% mee als een bestaansmiddel (ook hier is er een kostenforfait van in principe 20%).
We verduidelijken met een voorbeeld. De bruto belastbare inkomsten (na aftrek RSZ) mag verminderd worden met het vrijgestelde inkomen van € 3.310 en met 20%, want de fiscus houdt bij de berekening ‘kind ten laste’ automatisch rekening met een forfaitaire beroepskost van 20% (met een minimum van € 550 in 2024). Dus omgezet in nettobestaansmiddelen gaat het om € 12.422,50 bruto belastbaar (dus na aftrek RSZ) – € 3.310 (vrijstelling jobstudent) = € 9.112,50 (– 20% is € 1.822,50 met minstens € 550) = € 7.290 nettobestaansmiddelen.