Kinderoppas in kosten van vennootschap: privé belast op voordeel alle aard
In principe zijn kosten voor een kinderoppas aftrekbaar voor een vennootschap op basis van de zgn. bezoldigingstheorie, zo u m.a.w. kan aantonen dat uw vennootschap die kosten maakt in ruil voor de prestaties die u als bedrijfsleider voor uw vennootschap maakt (Cass. 14.10.2016).
-
Retro-actieve versoepeling voorwaarden buitenlandse dagvergoeding
In een recente circulaire over de buitenlandse dagvergoeding (Circ. 2025/C/70, 27.10.2025) zijn de regels rond de duur van de dienstreis en de behandeling van de vertrek- en terugkomdagen aangepast. Deze aanpassingen gelden retro-actief vanaf 1 januari 2025.
-
Nog een niet-elektrische auto aankopen met uw vennootschap in 2025?
Overweegt u om met uw vennootschap een niet volledig elektrische wagen aan te schaffen en de kosten fiscaal af te trekken in de vennootschapsbelasting? Dan moet u snel zijn: alleen voor auto’s waarvan de bestelbon voor 1 januari 2026 ondertekend wordt, blijven de kosten aftrekbaar.
-
Niet-elektronische factuur ontvangen in 2026: wat met de btw-aftrek en kostenaftrek?
Vanaf 2026 moeten Belgische btw-plichtigen onderling verplicht elektronische facturen uitwisselen via het Peppol-netwerk. Krijgt u van uw leverancier toch een papieren factuur of een pdf-factuur, dan kan dat problemen geven voor de btw-aftrek.
Voor de gratis ter beschikking stelling van de kinderoppas zal een bedrijfsleider privé belast worden op een voordeel alle aard (VAA). Vermits een kinderoppas - net als een au pair of een persoon die kookt, opruimt en op de kinderen past – als huispersoneel kan beschouwd worden (parl. vr. nr. 1829, De Roover, 03.01.2024), mag gebruikt gemaakt van het forfait van huispersoneel dat wordt gewaardeerd op € 5.950 per jaar per voltijds tewerkgestelde persoon.
Het moet dan wel gaan om een ‘continu’ beschikking over iemand die tewerkgesteld is door de vennootschap. De Rulingdienst aanvaardt dat in geval van een deeltijdse tewerkstelling het VAA pro rata verminderd wordt, waarbij een voltijdse tewerkstelling geacht wordt 1.672 werkuren per jaar in te houden (voorafg. besl. nr. 2020.1336, 30.06.2020).
Voor specifieke, eenmalige of occasionele diensten moet het VAA geraamd worden op basis van de werkelijke waarde bij de verkrijger (parl. vr. nr. 308, Scourneau, 16.03.2021).