Roerende voorheffing op interesten inhouden?
Heeft een bestuurder een tegoed op zijn rekening-courant, dan moet de vennootschap roerende voorheffing (rv) inhouden op de interesten die ze aan de bestuurder betaalt (in principe 30%).+
-
PB: kind geboren in 2025 = ten laste voor 2024?
U, belastingplichtige, hebt recht op een belastingvrije som in uw aangifte personenbelasting.
-
Vlaanderen: wijzigingen met betrekking tot de erfbelasting
In de “septemberverklaring” van 22 september 2025 heeft de Vlaamse regering een aantal wijzigingen aangekondigd met betrekking tot de erfbelasting.
-
Vernieuwing van "handelaarsplaten”: aan te vragen uiterlijk 28.02.2026
Garagisten of andere voertuighandelaars moeten jaarlijks de geldigheid van hun handelaarsplaat vernieuwen.

Heeft een bestuurder een tegoed op zijn rekening-courant, dan moet de vennootschap roerende voorheffing (rv) inhouden op de interesten die ze aan de bestuurder betaalt (in principe 30%). De vennootschap moet daarvoor dan een aangifte rv indienen en de ingehouden rv betalen. Voor de bestuurder in kwestie is de rv bevrijdend, m.a.w. de bestuurder moet die rv niet meer opnemen in zijn privéaangifte. Heeft een bestuurder een rekening-courant schuld t.o.v. zijn vennootschap, dan moet op de betaalde interesten geen rv ingehouden worden (art. 107 KB/WIB 92). Voor de vennootschap zijn de ontvangen interesten gewoonweg een belastbaar inkomen.
Als een vennootschap interesten betaalt aan een andere Belgische vennootschap, dan moet ze geen rv inhouden. Er geldt dan immers een onvoorwaardelijke vrijstelling (art. 107, §2, 9°, c en art. 105, 3°, b KB/WIB 92). De ontvangende vennootschap wordt op de interesten wel belast tegen het gewone tarief in de vennootschapsbelasting.
Betaalt een vennootschap interesten aan een buitenlandse vennootschap, dan moet ze in de regel wel rv inhouden. De enige uitzondering daarop is wanneer een EU-vennootschap een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming van ten minste 25% heeft in de Belgische vennootschap die schuldenaar is van de interesten (art. 107, §6 KB/WIB 92) en die deelneming gedurende een ononderbroken periode van een jaar in volle eigendom behouden heeft of er zich toe verbindt de deelneming aan te houden tot die minimumbezitsduur bereikt is.