Optionele btw-verhuur en stabiliseringswerken
In principe is verhuur van onroerend goed vrijgesteld van btw, maar onder bepaalde voorwaarden kan in een B2B context ervoor geopteerd worden om toch te verhuren met btw, met gevolg dat er recht op btw-aftrek ontstaat voor de verhuurder.
-
Eindejaarsdiner of receptie voor klanten
Met een klant uit eten gaan met nieuwjaar of liever een eindejaarsreceptie met catering organiseren? Voor de fiscus is dat niet hetzelfde: restaurantkosten en receptiekosten worden anders behandeld, zowel in de inkomstenbelastingen als in de btw.
-
Nog investeren op het einde van het jaar via uw vennootschap?
Valt uw winst voor 2025 hoger uit dan gepland? Dan lijkt het logisch om een geplande investering voor 2026 nog snel in 2025 te doen, maar dat is fiscaal niet altijd zo interessant.
-
Ook geen 10%-belastingverhoging meer op aanslagen van voor 29 juli 2025?
Zoals reeds eerder gecommuniceerd wordt een eerste fout te goeder trouw, voor aanslagen ingekohierd (officieel in het belastingregister opgenomen) vanaf 29 juli 2025, niet langer bestraft met een belastingverhoging van 10%.
In principe is de verhuur van onroerend goed vrijgesteld van btw, maar onder bepaalde voorwaarden kan in een B2B context ervoor geopteerd worden om toch te verhuren met btw, met gevolg dat er recht op btw-aftrek ontstaat voor de verhuurder. De optionele verhuur met btw is echter slechts mogelijk als het gaat om een gebouw waarvan de btw op de werken in onroerende staat die leiden tot de oprichting van het pand, opeisbaar geworden is vanaf 1 oktober 2018.
Vóór 1 oktober 2018 mogen er dus geen werken in onroerende staat gefactureerd of betaald zijn. Een ‘uitzondering’ geldt voor diensten van architecten, landmeters, veiligheidscoördinatoren vermits dat geen werken in onroerende staat zijn. Die mogen dus wel vóór die datum gefactureerd zijn. Ook stabiliseringswerken zijn in principe geen probleem. Aanvankelijk aanvaardde de Btw-Administratie dit slechts voor zover de stabiliseringswerken geen impact hebben op de structuur van het gebouw. In de voorbereidende werken van de wet staat echter duidelijk vermeld dat stabiliseringswerken zowel een tijdelijk als definitief karakter mogen hebben. Uit een mededeling van het FOD Financiën van 09.01.2019 blijkt immers ook dat de stabiliseringswerken zowel ondergronds of bovengronds mogen uitgevoerd worden.