Vanaf 01.01.2025 slechts 10 dagen tijd om te antwoorden op vraag om inlichtingen omtrent o.m. btw-teruggaafcontrole
Vanaf 01.01.2025 heeft een belastingplichtig één maand de tijd om te antwoorden op een vraag om inlichtingen van de Btw, waar dat voorheen niet bepaald was.
-
Geregistreerd kassasysteem (GKS) 2.0: nieuwe tolerantie tot en met 31 maart 2026
Voor (nieuwe) horecazaken die een GKS moeten gebruiken maar nog geen GKS hebben, wordt de verplichte installatie van het nieuwe geregistreerd kassasysteem: GKS 2.0 (de ‘witte kassa’) opnieuw uitgesteld. Deze verplichting werd eerder al uitgesteld tot 1 januari 2026, maar de tolerantie loopt nu door tot en met 31 maart 2026.
-
Bijdrage laattijdige neerlegging jaarrekening wordt geïndexeerd vanaf 01.01.2026
De jaarrekening van een vennootschap moet in principe neergelegd zijn bij de Nationale Bank van België binnen de 30 dagen na goedkeuring van de algemene vergadering en ten laatste zeven maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar.
-
Tarieven terugbetaalde thuis getankte elektriciteit voor 1ste kwartaal 2026 gekend
Als u een vergoeding krijgt van uw vennootschap/werkgever voor het thuis opladen van de elektrische bedrijfswagen, dan wordt u privé in principe belast op een zgn. voordeel alle aard.
Maar omgekeerd zal er in bepaalde gevallen vanaf dan ook een verkorte antwoordtermijn van tien dagen gelden. Dat is met name het geval als de zgn. rechten van de schatkist in gevaar zijn, bv. bij een dreigende verjaring van de btw-schuld. In dat geval wordt de termijn van één maand om te antwoorden op een vraag om inlichtingen van de Btw ingekort naar tien dagen (art. 62 W. Btw). Die termijn van 10 dagen, begint net zoals die van één maand, te lopen vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van de vraag om inlichtingen.
Ook als de vraag om inlichtingen betrekking heeft op de controle van een btw-tegoed in het kader van een zgn. teruggaafcontrole is de verkorte antwoordtermijn van tien dagen van toepassing. De reden is dat de Btw snel de gegrondheid en waarachtigheid van het btw-tegoed moet kunnen beoordelen.
Antwoordt u niet tijdig, dan zal btw-tegoed worden ingehouden en dus niet worden teruggegeven aan de btw-plichtige. Het betreft hier een nieuw geval van inhouding dat tot op heden nog niet bestaat (art. 8(3), achtste lid KB nr. 4). Het btw-tegoed gaat echter niet verloren. Het ingehouden tegoed zal dan in een later stadium aan een controle onderworpen worden en zal dan desgevallend gebruikt kunnen worden om eventuele schulden aan te zuiveren. Alleen daarna kan de btw-plichtige nog over het (resterende) tegoed beschikken.